Frits Ridderbos

Vrijwilliger


Tijdens de opleiding voor leraar merkte Frits dat hij het telkens weer uitleggen van stof aan toekomstige leerlingen lastig vond. “Steeds maar weer moeten schakelen van mijn hoofd naar dat van hen, dat zag ik niet als mijn toekomst. Toen ik daarmee gestopt was, heb ik eerst 1,5 jaar in de productie en het magazijn gewerkt bij het tegenwoordige Icopal in Hoogkerk, daarna 1,5 jaar bij de belastingdienst in Apeldoorn en vanaf augustus 1974 ruim 44 jaar bij de provincie Groningen. Ik werkte o.a. bij het waterschap en het Hefpunt, waar ze de waterschapsbelastingen verwerken.”

Dat klinkt als veel cijfertjes. “Dat klopt,” lacht Frits, “bij de belastingdienst ging het om veel cijfertjes, maar bij het waterschap ging het vooral om berekeningen te maken met al die cijfertjes. En dat vond ik mooi. En ze konden ook op mij rekenen als voorzitter van de OR, dat ben ik 11 jaar lang geweest.”

Muziek?

“In mijn vrije tijd speel ik op mijn bas- en tenortrombone bij twee verenigingen: Gereformeerde Brassband Groningen (GBG) en CMV Oranje Grootegast. Dat doe ik sinds 1976. Daarvoor was ik slagwerker, maar omdat we veel thuis moesten repeteren en ik de buren niet te veel geluidsoverlast wilde bezorgen, ben ik geswitcht naar koper. Wat heel leuk is, is dat inmiddels 2 kinderen en 5 kleinkinderen samen met mij bij Oranje zitten. We kunnen zo een Ridderbos/Van der Donk orkestje beginnen, want we spelen allemaal verschillende instrumenten.”

Optreden met zijn mannenkwartet Equal voices doet Frits ook nog af en toe. “We zijn al vele jaren bij elkaar en hebben heel veel opgetreden. Op speciale aanvraag, bijvoorbeeld tijdens de gemeentelijke 4 mei herdenking van dit jaar, geven we nog wel eens een concertje, maar ja, we worden ook een jaartje ouder…”

8 Jaar geleden overleed zijn vrouw Loes, een maand nadat zij de diagnose alvleesklierkanker kreeg. “Toen mijn kleindochter onlangs tijdens haar C-examen bugel moest spelen en dit heel goed deed, mis ik Loes heel erg. Dat zij dit niet meer mee kan maken, dat ontroert me.”